Dag 4 van onze reis alweer—wat vliegt de tijd! We hebben een vroeg ontbijt deze ochtend. Vandaag wordt vast de mooiste dag van deze vakantie. In de eerste plaats om onze ochtend activiteit: Kanoën. 8:00 uur worden we opgehaald en vertrekken we richting Tanji. Het busje is al bij de andere hotels geweest, en het is nog maar 15 minuten rijden.
Hier verzamelen alle deelnemers die, net als wij, een kanotocht gaan maken. We hebben de keuze tussen een tweepersoonskano, waarmee we zelf kunnen peddelen, of een grotere kano waarin we als groep meevaren en waarbij voor ons gepeddeld wordt. Ideaal voor de fotografen onder ons, die zo hun handen vrij kunnen houden.
We kiezen ervoor om samen in een tweepersoonskano te gaan. Dat komt goed uit, want de beweging doet ons goed op deze frisse ochtend. Gelukkig warmt het kanoën ons al snel op.
Na 10 minuten zijn we allemaal te water en begint onze tocht door het prachtige Tanji-vogelreservaat. Dit gebied herbergt een groot aantal verschillende (water)vogels en heeft een schitterende vegetatie.
Na een uurtje begint de zon ons heerlijk op te warmen. We genieten we van de vele verschillend natuur gebieden. Soms doet het ons denken aan mangrove bossen terwijl het aan de ander kant soms lijkt alsof je op een tropisch eiland aan kan meren.
Op de pauzeplek staan we met onze voeten in het water. De bodem is modderig, maar gelukkig zijn er bankjes hoog genoeg om droog te blijven zitten en onze voeten schoon te spoelen voordat we weer aan boord van onze kano gaan.
Verder op de rivier, word het smaller en smaller. Op een paar plekken is het zo smal dat we de roeispanen binnenboord moeten houden, en soms moeten bukken. Terwijl we door de bossen varen, blijven de 4 gidsen spotten, en vertellen ze graag allerlei weetjes over de vogels die we tegenkomen.
We raken aan de praat en via een omweg komen we op het onderwerp uilen. Hij, net als veel Gambianen, ziet de uil als een boosaardig dier en brenger van ongeluk. Ik leg uit dat uilen bij ons soms worden geportretteerd als wijze, alleswetende vertellers en dat we ze zelfs “meneer de Uil” noemen. Dat vindt hij maar vreemd!