Naar Gambia
Gambia kent een weelderige vegetatie en een grote diversiteit aan planten. De lange kokospalmen springen misschien het meest uit het oog. Je komt deze tot wel 30 meter lange reuzen in heel Gambia tegen. Daarnaast zijn de katoenboom en kapokboom goed vertegenwoordigd. Kleurrijk is de bougainville die hier in vele verschillende kleuren voorkomt. Het land is een groot (cashew) noten exporteur, her en der zie je regelmatig cashew plantages.
De baobabboom, ook wel bastboom genoemd, is waarschijnlijk de meest opvallende en besproken boom in Gambia. Met een stamomtrek van soms meer dan 9 meter en een gemiddelde hoogte van 16 meter, valt deze grillige boom direct op. De baobab is van groot belang voor de lokale bevolking vanwege zijn veelzijdigheid. Vaak is het de verzamelplek midden in een dorp, ook wel bantaba in de Mandinka taal.
Langs de oevers van De Gambia rivier groeien uitgestrekte mangrovebossen, die slechts enkele meters hoog worden. Deze mangrovemoerassen bieden onderdak aan tientallen soorten vogels, vissen en reptielen.
Helaas is de hoeveelheid bos in Gambia de afgelopen jaren met 35% afgenomen. Veel bos is gekapt voor landbouwgrond of verbrand voor de productie van houtskool. Om dit tegen te gaan, zijn er recent ‘forest parks’ aangelegd. Deze productiebossen leveren niet alleen brandhout en houtskool, maar ook hout voor de bouwsector.
Gambia herbergt een grote verscheidenheid aan bloemen en kruiden, waaronder wilde orchideeën, oleanders, hibiscus en bougainville. Van hibiscus wordt in Gambia de dorstlessende drank Wonyo gemaakt, die zowel koud als warm gedronken kan worden en doet denken aan cranberrysap. Daarnaast wordt hibiscus gebruikt om batikdoeken van kleur te voorzien.
In Gambia worden veel bomen en planten gebruikt voor medicinale doeleinden. De waarde van bloemen en planten wordt hier dan ook vooral bepaald door hun praktische toepassingen.